Hoefbevangenheid is een koepelterm die die de vernietigende effecten helemaal aan het eind van een pathologisch proces beschrijft. Op zichzelf doet het woord niet meer of minder dan aangeven dat de verbinding tussen de hoefwand en het hoefbeen beschadigd is. Er is een waslijst met mogelijke oorzaken voor dit probleem. We kunnen deze oorzaken in drie groepen indelen, waardoor we drie soorten hoefbevangenheid krijgen:
Deze drie soorten hoefbevangenheid worden vaak op een hoop gegooid. Dit vergroot het risico op een verkeerde diagnose, behandeling en verwachtingen. Op sociale media zien we berichten die een specifieke vorm van hoefbevangenheid omschrijven, gevolgd door goedbedoelde adviezen die niet relevant zijn voor deze vorm. Dit kan schadelijk uitpakken als de eigenaar van het paard die adviezen klakkeloos opvolgt. Het is daarom goed om de verschillen te kennen.
Hormoongerelateerde hoefbevangenheid
De bijnaam van deze vorm is ‘dikke paarden hoefbevangenheid’. Het is de meest voorkomende vorm van hoefbevangenheid. Vier van de vijf gevallen van hoefbevangenheid (80%) vallen hieronder. Zoals de benaming al aangeeft wordt hormoongerelateerde (of: endocrinopathische) hoefbevangenheid veroorzaakt door hormonale problemen. De belangrijkste hormonale problemen zijn:

Langdurige toediening van corticosteroïden kan bijdragen aan het ontstaan of verergeren van hormoongerelateerde hoefbevangenheid
(foto: http://nerdfon.de/kortikosteroide-pferd.php)
SIRS-gerelateerde hoefbevangenheid
De bijnaam van deze vorm is ‘zieke paarden hoefbevangenheid’. SIRS staat voor systemisch inflammatoir respons-syndroom. Dit wil zeggen dat er sprake is van een ontstekingsreactie van het hele lichaam. Dit zorgt voor gifstoffen in het bloed. Deze gifstoffen veroorzaken de hoefbevangenheid. Ze kunnen het gevolg zijn van ontstekingen en infecties, van spijsverteringsproblemen, lichaamseigen zijn of van buitenaf het lichaam inkomen. Denk bij dit laatste aan giftige planten, vervuild drinkwater, beschimmeld hooi en medicijnen.

Vervuild oppervlaktewater kan tot hoefbevangenheid leiden
Traumatische hoefbevangenheid
De bijnaam van deze vorm is ‘kreupele paarden hoefbevangenheid’. De oorzaak is zuurstoftekort in het hoefweefsel. Dit zuurstoftekort is het gevolg van zware, langdurige of verkeerde belasting van de hoeven, vaak op een harde ondergrond. Overbelasting van de hoeven kan onder andere komen door:
- Verkeerde bekapping of hoefproblemen (ondergeschoven hielen, te lange steunsels, te lange teen)
- Teenlanden (bijvoordeeld door pijn ergens anders in de hoef of het lichaam. Denk aan hoefkatrolontsteking of hoefabcessen)
- Hoefbeslag
- Veel aangespannen over de weg lopen (koetspaarden, politiepaarden)
- Overgewicht
- Stalhuisvesting
- Pijn ontzien (bijv. na een operatie)
Een paard dat met traumatische hoefbevangenheid te maken heeft noemen we ook wel ‘mechanisch’ bevangen.

(foto: Inka Piegsa-Quischotte)
Wie van de drie?
Bij alle drie de vormen van hoefbevangenheid zien we dezelfde klinische verschijnselen, zoals een verhoogde hoeftemperatuur, niet willen bewegen, achterover hangen en lusteloos gedrag. Hoe weet je nu met welke vorm van hoefbevangenheid je paard te maken heeft? In de eerste plaats moet je kijken naar wat er aan de hoefbevangenheid vooraf is gegaan. Heeft je paard de voerkist opengebroken en zich vervolgens rond gegeten aan brokjes vol suikers, dan kun je er donder op zeggen dat er sprake is van SIRS-gerelateerde hoefbevangenheid. Dit is ook het geval als je weet dat je paard een ontsteking heeft zoals influenza of een oogontsteking.
Wordt je paard bij wijze van spreken al bevangen van de lucht van gras, denk dan in de richting van hormoongerelateerde hoefbevangenheid. Je paard heeft een abnormale reactie op suikers. Vaak zien we bij deze paarden de tekenen van insulineresistentie, zoals vette nek. Ook hebben ze vaak een hoge Body Condition Score (BCS). PPID is ook een beruchte oorzaak. Paarden met PPID zijn vaak -maar niet uitsluitend- wat ouder en te herkennen aan vechtproblemen (waaronder een abnormale dikke krullende vacht) en gewichtsverlies.
Als je geen enkel verband met voedsel kunt ontdekken, zou het kunnen zijn dat er sprake is van overbelasting en dus traumatische hoefbevangenheid. Denk hierbij aan stalhuisvesting, overgewicht of pijn ontzien na een operatie. Paarden die intensief in de disciplines endurance, reining en springen worden gebruikt, lopen ook een groter risico. Verkeerd bekappen en hoefbeslag kunnen ook traumatische hoefbevangenheid veroorzaken.
Een belangrijk en gemakkelijk waar te nemen verschil is dat bij SIRS-gerelateerde hoefbevangenheid het paard er ziek uitziet, koorts en waterige diarree heeft. Er circuleren gifstoffen in het bloed en zijn hele lijf lijdt hieronder. Bij de twee andere vormen is dit niet het geval. Tenslotte kan je dierenarts de verschillende vormen aan de hand van bloedonderzoek goed onderscheiden. Om hormoongerelateerde hoefbevangenheid bevestigd te zien gaat hij op zoek naar afwijkende waarden van bepaalde hormonen, zoals insuline, cortisol en ACTH. Bij SIRS-gerelateerde hoefbevangenheid treft hij veel witte bloedcellen en antistoffen aan in het bloed.
Meer van dit soort heldere antwoorden lezen?
De tekst komt uit ‘Antwoordenboek Hoefbevangenheid : meer dan 200 vragen beantwoord’