Ook al is hoefbevangenheid géén hoefziekte, de ernstigste of in elk geval duidelijkste kenmerken zijn wel in de hoeven te vinden. Om deze bij een hoefbevangen ezel goed te kunnen interpreteren is het goed om het volgende te weten:
- Laminitisringen, de diepe groeiringen in de hoefwand als gevolg van hoefbevangenheid, zijn in ezelhoeven minder duidelijk zichtbaar dan in paardenhoeven.
- Het hoefbeen van een ezel heeft een iets andere vorm dan dat van een paard. Hij is iets langwerpiger, smaller en U-vormig. Het is belangrijk daar bij de beoordeling van röntgenfoto’s rekening mee te houden.
- De lamellenverbinding in de ezelhoef heeft minder lamellen dan die we in de paardenhoef vinden. Witte lijn-separatie, het gedeeltelijk verbreken van de verbinding tussen de hoefwand en het hoefbeen, treedt hierdoor sneller op. Ook het risico op een hoefbeenkanteling, hoefcapsulerotatie of een zinker is hierdoor groter dan bij paarden.
- Ezels zijn gevoeliger voor witte lijn-ziekte. Dit is een aantasting van de witte lijn door een combinatie van bacteriën en schimmels.
- De zool van een ezelhoef groeit nagenoeg even hard als de hoefwand. Dit vraagt om ervaring met het bekappen. Een goede hoefverzorger heeft deze ervaring uiteraard.
- Ezelhoeven worden vaak te stijl bekapt. Een al gekanteld hoefbeen zal hierdoor nog harder en pijnlijker van binnenuit op de zool drukken. Ook bij een ezelhoef is het streven om het hoefbeen parallel met de grond te zetten.
Bekappen
En nu we het toch over bekappen hebben: veel ezels worden niet vaak genoeg bekapt. Dit heeft drie redenen. Ten eerste het hiervoor genoemde feit dat de zool ook flink groeit. Het valt minder snel op dat de hoefwand te lang is als het verschil tussen de hoefwand en de zool maar een paar millimeter is. Het geheel van hoefwand en zool kan ondertussen al wel centimeters te lang zijn.
Ten tweede zijn er hoefverzorgers die ezels te vervelend of te min vinden. Het kan lastig zijn iemand te vinden die je ezel wil bekappen. Ten slotte is er de ‘waarde’ van de ezel. Is de ezel slechts een weidemaatje van het sport- of recreatiepaard dan staat hij daardoor wat lager op de affectieve ladder. De eigenaar wil er om deze reden misschien niet te veel geld aan uitgeven. Als dan de hoefverzorger ook nog eens zegt dat een ezel hooguit twee bekappingen per jaar nodig heeft kan de ezel het wel vergeten wat betreft voldoende bekappen. Een ezel moet gewoon net zo vaak bekapt worden als een paard.
Je wilt meer weten
Hou je van dit soort uitgebreide en objectieve informatie over hoefbevangenheid? ‘Hoefbevangenheid : begrijpen, genezen, voorkomen’ staat er vol mee! 334 pagina’s met toegankelijke, wetenschappelijk onderbouwde kennis, inzichten en adviezen die jou en je paard gaan helpen.