In de chronische fase van hoefbevangenheid verandert de hoek tussen het hoefbeen en de hoefcapsule. Deze verandering is het gevolg van zowel het kantelen van het hoefbeen als het roteren van de hoefcapsule.
Hoefbeenkanteling
In eerste instantie zal het hoefbeen ten opzichte van de hoefwand kantelen. De lamellenverbinding is in dat geval alleen voorin de hoef beschadigd. Het hoefbeen draait (pivoteert) om de nog intacte achterzijde van de lamellenverbinding heen. Dit gebeurt vooral onder invloed van de neerwaartse druk van het gewicht van het paard en, in mindere mate, de trekkracht van de diepe buigpees tijdens het afwikkelen van de hoef. Dit verschijnsel heet hoefbeenkanteling. Of, om precies te zijn, histologisch-mechanische hoefbeenkanteling.
Hoefcapsulerotatie
In een volgend stadium zal de hoek tussen het hoefbeen en de hoefcapsule verder toenemen. Bovenop de voortgaande hoefbeenkanteling is er nu ook sprake van hoefcapsulerotatie. De hoefwand wordt hierbij weggedrukt van het hoefbeen. We maken hierbij onderscheid tussen anatomische-mechanische en histologische hoefcapsulerotatie.
Anatomische-mechanische hoefcapsulerotatie treedt op onder invloed van een verkeerde biomechanische krachtverdeling. Een te lange teen, te lange hoefwand en te hoge hielen dragen hier allemaal aan bij. De hoefcapsule wordt losgescheurd van de interne voet. Histologische hoefcapsulerotatie gebeurt door de vorming van een lamellenwig. In veel gevallen treden anatomische-mechanische en histologische hoefcapsulerotatie samen op.
Bekappen
Om de kans op een succesvolle genezing te vergroten, is het belangrijk dat we ons realiseren dat hoefbeenkanteling en hoefcapsulerotatie niet hetzelfde zijn. Aan de neerwaartse kracht van het gewicht van het paard is niets te veranderen. Zelfs in een anatomisch perfecte hoef, waar de druk op de hoefwand minimaal is en de hielen de juiste hoogte hebben om het hoefbeen in zijn optimale positie te plaatsen, zal het hoefbeen kantelen zodra de lamellenverbinding in de teen het begeeft.
Hoefcapsulerotatie daarentegen is met een of meer bekappingen in grote mate te corrigeren. Zodra het hoefbeen zijn anatomisch correcte positie weer zoveel mogelijk inneemt, zal de hoef beter in balans zijn en de krachtverdeling op alle anatomische onderdelen van de hoef optimaal. Deze benadering zal tevens leiden tot vermindering van pijn, een verbeterd hoefmechanisme en daarmee tot een sneller herstel.
Laterale hoefbeenkanteling
In sommige gevallen zien we op röntgenfoto’s dat de hoek die het hoefbeen met de grond maakt ook zijdelings verandert. Deze laterale hoefbeenkanteling verdient evenveel aandacht bij de behandeling (lees: bekapping) als een ‘gewone’ kanteling.
Hou je wel van dit soort uitgebreide en objectieve informatie over hoefbevangenheid?
‘Hoefbevangenheid : begrijpen, genezen, voorkomen’ staat er vol mee!
334 pagina’s met toegankelijke, wetenschappelijk onderbouwde kennis, inzichten en adviezen die jou en je paard gaan helpen.