In hooi- en grasanalyses wordt tegenwoordig steeds vaker verder gespecificeerd dan alleen NSK’s. En dat is een goede ontwikkeling. Een gehalte van 14% NSK’s kan immers samengesteld zijn uit 10% EOK’s en zetmeel enerzijds en 4% fructaan anderzijds óf andersom.
EOK’s en zetmeel worden voornamelijk in de dunne darm door enzymen verteerd. Ze hebben daarmee een veel grotere invloed op de bloedsuiker- en insulinespiegel dan fructaan dat in de dikke darm door micro-organismen wordt verteerd. Het zelfde percentage NSK’s in twee partijen hooi kan daarmee dus een verschillend effect hebben op een insulineresistent paard. Beter wordt in de analyse onderscheid gemaakt tussen EOK’s, zetmeel en fructaan. Zo kan een keuze worden gemaakt voor hooi met een zo laag mogelijk percentage EOK’s en zetmeel.
Sommige zetmeelsoorten worden pas in de dikke darm verteerd en hebben daarmee minder invloed op de bloedsuikerspiegel. De meeste voedingsanalyses maken echter geen onderscheid tussen de verschillende soorten zetmeel.