Behandeling en preventie

Therapeutisch hoefbeslag

Bij hoefbevangenheid wordt vanuit de hoefsmederij en dierenartsenij vaak gewerkt met therapeutisch hoefbeslag. Dit varieert van open-teen-ijzers of zelfs achterstevoren geplaatste ijzers tot ijzers die moeten lijken op een onbeslagen, natuurlijke hoef, van eggbar-ijzers tot ijzers die de hielhoogte veranderen, en van kunststof plakbeslag, al dan niet met allerhande zooltjes en schokdempers ertussen tot ijzers met ondersteuning van de straal (heartbar-ijzers). Sommige van deze laatste zelfs met een schroefmechanisme om de druk op de straal desgewenst te verhogen of te verlagen.

Nadelen

Er kleven zo veel nadelen aan, dat het gebruik van therapeutisch hoefbeslag sterk af te raden is:

  • Het hoefmechanisme kan niet optimaal functioneren. Zuurstofrijk bloed gaat in beperkte mate naar de hoef; koolzuurrijk bloed wordt slecht afgevoerd.
  • Hetzelfde geldt voor aan- en afvoer van respectievelijk voedings- en afvalstoffen. Deze laatste met name in de vorm van afgestorven weefsel van de lamellenverbinding en ontstekingsresten. De stofwisseling raakt door het ophopen van afvalstoffen verstoord. Ook zal een straalinfectie makkelijker kunnen toeslaan.
  • Niet alleen de botten en gewrichten, maar ook het haarvatenstelsel in het onderbeen heeft last van zowel de sterke trillingen, als de centrifugaalkracht die door hoefbeslag veroorzaakt worden. Op de korte termijn heeft dit negatieve gevolgen voor de doorbloeding, zoals hierboven omschreven. Artrose en verbening van kraakbeenweefsel kunnen het langetermijngevolg zijn. Vooral voor paarden die keer op keer hoefbevangen raken is dit een deel van het probleem. Het kraakbeenweefsel is immers van belang voor de schok- en trillingsdemping.
  • Het paard kan de hoeven niet goed afwikkelen. Overbelasting en verbening van het kraakbeenweefsel (ossificatie) kunnen het gevolg zijn.
  • Het hoefijzer wordt vastgenageld, -geschroefd of -geplakt aan de gedeeltelijk loszittende hoefwand. Deze is in het genezingsproces bezig om weer gezond aan te groeien. De belasting door het ijzer frustreert de aangroei van het gezonde weefsel. Dit ‘scheurt’ los.
  • Het doorboren van de hoefwand en de witte lijn met hoefnagels verzwakt de structuur van de hoefwand. Bovendien zal deze door de nagelgaten eerder uitdrogen.
  • Bacteriën, microben en ammoniakverbindingen uit de uitwerpselen kunnen via de nagelgaten in de hoef dringen. De kans op witte lijn-ziekte neemt toe.

    Witte lijn-ziekte (foto: Vettec)

  • De hoefwand is tussen twee beslagbeurten niet bij te vijlen of te knippen. De hoefwand zal snel te lang worden en als een hefboom aan de beschadigde lamellenverbinding gaan trekken.
  • Er is geen of te weinig contact tussen de straal en de bodem. Hierdoor ontwikkelen de straal en het straalkussen zich niet voldoende. Dit leidt via een verminderd schokabsorptievermogen van de hoef tot meer landen op de toon. Het risico op het ontstaan of verergeren van belastingsbevangenheid wordt groter.
  • De gevoeligheid van de zolen is een indicator van verbetering of verslechtering van de situatie. Doordat de zool van een beslagen voet vrij van de grond blijft mis je deze belangrijke informatie gemakkelijk.
  • De zool kan niet voldoende uitharden. En een stevige zool kan nu juist enige bescherming bieden aan het hoefbeen dat er van binnenuit tegenaan drukt.
  • Dit geldt net zo voor de verminderde beweeglijkheid van de zool van een beslagen hoef. De kans op zoolkneuzingen wordt groter. Hierdoor wordt het paard nog gevoeliger dan het al is en kan minder goed de beweging nemen die het nodig heeft.
  • Een ijzer met verhoogde takken of wiggen om de spanning van de diepe buigpees te verminderen verhoogt de druk op de punt van het hoefbeen. De al beschadigde lamellenverbinding in de voorzijde van de hoef komt onder grotere spanning te staan. Bovendien past de spierspanning van de diepe buigspier zich vrij snel aan, waardoor de trekkracht van de pees weer op of in de buurt van het oude niveau komt. Een tijdelijke oplossing dus, die helaas vaak te lang wordt toegepast. Het is bovendien niet de trekkracht van de pees die ten grondslag ligt aan het kantelen van het hoefbeen, maar het onvermogen van de lamellen om, samen met de strekpees, tegenkracht te bieden aan de neerwaartse kracht van het lichaamsgewicht van het paard. In ‘Hoefbevangenheid verder uitgelegd’ lees je hier meer over.
  • Bij het verhogen van de hielen wordt de achterzijde van de hoef minder belast, terwijl daar nu juist de weefsels zitten die het grootste schok- en trillingsdempende vermogen hebben. Bovendien wordt de voetas naar voren toe gebroken. De botten in het onderbeen komen steiler te staan. Het schok- en trillingsdempend vermogen neemt hierdoor af.
  • Er is minder gevoel in de hoeven en het paard voelt de grond niet waar het op loopt. Hij struikelt vaker en glijdt af en toe uit. Dit is voor een hoefbevangen paard erg pijnlijk, waardoor hij minder zal gaan bewegen dan goed voor hem is.
    De verleiding om een hoefbevangen paard op ijzers te zetten is wel begrijpelijk. Het paard lijkt immers redelijk pijnvrij te kunnen lopen. Het is echter het gebrek aan goede doorbloeding dat het been gedeeltelijk verdooft. Het paard loopt daardoor meer, langer en/of harder dan het zich herstellende weefsel aankan. De schijnbare winst van pijnvrijheid op korte termijn wordt teniet gedaan door een sterk vertraagd genezingsproces op lange termijn.

Pijnvrij?

De verleiding om een hoefbevangen paard op ijzers te zetten is wel begrijpelijk. Het paard lijkt immers redelijk pijnvrij te kunnen lopen. Het is echter het gebrek aan goede doorbloeding dat het been gedeeltelijk verdooft. Het paard loopt daardoor meer, langer en/of harder dan het zich herstellende weefsel aankan. De schijnbare winst van pijnvrijheid op korte termijn wordt teniet gedaan door een sterk vertraagd genezingsproces op lange termijn.

Overgangsfase

Bedenk dat de ongemakken die na het ontijzeren kunnen optreden, voortkomen uit het (jarenlang) beslagen geweest zijn in combinatie met de hoefbevangenheid en niet uit het ontijzeren. De doorbloeding is al die tijd slecht geweest en de kwaliteit van het weefsel in de hoef heeft hier stevig onder te lijden gehad. De zool is gevoelig. Is het paard te jong op de ijzers gezet, dan zijn het straalkussen en hoefkraakbeen slecht ontwikkeld. Het klinkt hard, maar het paard zal hier doorheen moeten. Hoefschoenen kunnen in dit geval uitkomst bieden. Een goede hoefverzorger kan je hierover adviseren. Hij weet bovendien hoe hij de hoeven van je paard moet bekappen om de ongemakken te minimaliseren of helemaal te voorkomen.

Hoefschoenen kunnen de overgangsfase vergemakkelijken (foto: Online Equine)

Share

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.