Dierenartsen gebruiken meestal deze regel: een hoefbeenkanteling van minder dan 5,5 graden is hoopgevend, maar meer dan 11,5 graden is slecht nieuws. Gelukkig zijn er vaak uitzonderingen, afhankelijk van de behandeling die je kiest en hoe snel je erbij bent.
Een paard met 5 graden hoefbeenkanteling dat therapeutisch hoefbeslag en sterke pijnstillers krijgt, zonder aanpassingen in voeding, huisvesting en beweging, heeft meestal een slechter vooruitzicht dan een paard met een twee keer zo grote kanteling dat goed wordt bekapt, hoefschoenen draagt en waarbij leefomstandigheden wel direct worden aangepast.
Een goede bekapping door een vakman met ervaring met hoefbevangenheid is onmisbaar voor herstel. De gezond aangroeiende hoefwand kan het hoefbeen weer in zijn oude, normale positie brengen, maar alleen onder de juiste omstandigheden en behandeling.
Zodra dit voor elkaar is, zal je paard klinisch niet meer te onderscheiden zijn van een paard dat nooit bevangen is geweest. Binnenin de hoef zal er wel blijvende schade aan bepaalde cellen zijn, maar daar zal je paard niet direct last van hebben.
En bij een zinker of zoolperforatie dan?
Ook deze problemen zijn op te lossen, al zal het een moeizaam, pijnlijk, langdurig en soms duur proces zijn. De kans op herstel is helaas ook veel kleiner dan bij een ‘simpele’ kanteling. Vooral een zoolperforatie is een ernstige complicatie die gespecialiseerde zorg nodig heeft.
Wil je een uitgebreid antwoord op deze vraag?
Dit was het korte antwoord op de vraag. Het lange antwoord op deze en 200 andere vragen vind je in het ‘Antwoordenboek hoefbevangenheid’. Je kunt het hier direct bestellen.