Bij neuropathische pijn (of: zenuwpijn) zijn het beschadigde en daardoor slecht functionerende zenuwcellen die pijn veroorzaken. Door de beschadiging ontstaat als het ware kortsluiting. Dit wekt spontane prikkels op in de zenuw. De prikkels worden via het ruggenmerg doorgegeven aan de hersenen waar de pijn bewust wordt ervaren.
Dit is dus iets anders dan nociceptieve pijn. Dit type pijn treedt op bij bestaande of dreigende weefselschade. Het wordt daarom ook weefselpijn genoemd. Speciale pijnrsensoren, nociceptoren genoemd, nemen prikkels waar die een schadelijke invloed op het organisme kunnen hebben. De nociceptoren sturen óók pijnsignalen naar de hersenen waar ze een pijnsensatie opwekken. Het verschil met neuropathische pijnprikkels is dat dit de bedoeling is.
Anders gezegd: nociceptieve pijn is een essentieel fysiologisch proces dat werkt als waarschuwing om meer weefselschade te voorkomen; neuropathische pijn doet dat niet en is een pathologische toestand op zich.
Zenuwpijn bij hoefbevangenheid
In de acute fase van hoefbevangenheid is er sprake van vaatvernauwing en ontsteking in de hoef. Van deze twee problemen weten we dat ze zenuwschade kunnen veroorzaken [1]. Kleine zenuwvezels kunnen bovendien aangetast worden bij verhoogde bloedsuikerwaarden (hyperglykemie). Paarden met EMS/insulinedysregulatie (zo’n 90% van de hoefbevangen paarden) zouden dus vaker last kunnen hebben van deze vorm van pijn. Pijn stimuleert ook de aanmaak van bepaalde hormonen (catecholamines) die de bloedsuikerspiegel verhogen. Een vicieuze cirkel dus.
In het geval van chronische hoefbevangenheid moet de oorzaak van neuropathische pijn gezocht worden in fysieke schade aan sensorische zenuwen (gevoelszenuwen) als gevolg van de trekkracht van het roterende of zinkende hoefbeen en oedeem [2].
Weven
Al vroeg in het ziekteproces zien we dat hoefbevangen paarden beginnen met weven of beurtelings de hoeven optillen. Bij onderzoek met een visiteertang laten ze een duidelijke pijnreactie zien. Naast voor de hand liggende oorzaken (ontstoken en beschadigd hoefweefsel, druk van het hoefbeen op de zool, een verminderde doorbloeding en oedeem), kan dit komen door stimulatie van beschadigde gevoelszenuwen.
Pijnbestrijding
Er bestaan allerlei argumenten zowel voor als tegen het gebruik van pijnstillende medicijnen. Er is geen pasklaar antwoord op de vraag óf en wannéér je pijnstilling zou moeten gebruiken. Feit is wel dat pijnbestrijding een belangrijk onderdeel kan zijn van de behandeling van hoefbevangenheid. Aanhoudende, ernstige pijn zonder uitzicht op verbetering is de belangrijkste beweegreden van paardeneigenaren om voor euthanasie te kiezen [3].
Medicijnen tegen zenuwpijn
Hoe langer de hoefbevangenheid voortduurt, hoe groter het aandeel dat neuropathische pijn vormt in de totale pijnsensatie. Het wordt daarom steeds belangrijker voor de dierenarts om te bepalen hoe verschillende pijnstillers gebruikt kunnen worden om de pijn te verlichten. Neuropathische pijn reageert namelijk niet goed op gewone pijnstillers die wel helpen bij nociceptieve pijn. Zenuwblokkerende medicijnen en medicijnen die in de hersenen de verwerking van de pijnprikkel veranderen, doen dat wel. Zo worden de anti-epileptische medicijnen gabapentine en pregabaline bij paarden gebruikt. De verdovende middelen ketamine en lidocaïne kunnen ook een positief effect hebben, net als de opiaten fentanyl [4] en tramadol [5].
De stof acetyl-L-carnitine wordt bij mensen met succes ingezet bij het voorkomen en bestrijden van neuropathische pijn [6]. Of dit bij paarden ook zo is, is nog niet bewezen. Vooruitlopend op bewijs, zijn er al wel dierenartsen die het gebruiken en daar goede resultaten mee bereiken.
Je wilt meer weten
Hou je van dit soort uitgebreide en objectieve informatie over hoefbevangenheid? ‘Hoefbevangenheid : begrijpen, genezen, voorkomen’ staat er vol mee! 334 pagina’s met toegankelijke, wetenschappelijk onderbouwde kennis, inzichten en adviezen die jou en je paard gaan helpen.